Hoe kan ik steeds beter worden?
Soms zijn het de kleine dingen die het grote verschil maken. Denk aan die keer dat iemand een nieuwe bril droeg, en jij het compleet miste. Of andersom! Als tekenaar of tekenares is oog voor detail een must. Maar detail is niet het enige waarmee je jouw tekenvaardigheden gaat verbeteren. Daarom heb ik 5 punten waarmee jouw tekeningen nog realistischer worden. Zodat je blijft streven naar plek nummer 1.
Punt 1 details tekenen:
Ja, je moet er wel wat voor doen. En dat begint al gelijk. Ik vraag je om een boom te tekenen. Gewoon uit je hoofd. Een fantasieboom. Doe er ongeveer een kwartier over. Pak dan een foto van een echte boom. En vergelijk wat je aan details ziet en wat jij hebt getekend.


Met experimenten als deze kweek je scherpte voor details. Je gaat meer zien. Terwijl je al die tijd wellicht dacht: ‘Ik kijk en ik zie toch wat ik zie?’ Kijk, ik kan het je vertellen maar wat echt telt is de ervaring. Daarom is het beter om het ook echt te doen.
Net als deze oosterse wijsheid van vele eeuwen geleden:
- vertel het mij en ik zal het vergeten
- laat het me zien en ik zal het misschien onthouden
- maar laat het mij ervaren en ik zal het me eigen maken.
Alles is ervaring. Kennis is goed. Maar het blijft kennis. Je kunt veel weten en toch niks doen. Dat is precies hoe het werkt.
Nou, details in een gezicht zijn erg lastig. Iets waarbij je dat altijd terugziet zijn de ogen. Ogen tekenen is al een vak apart. En toch, als je dat onderdeel benadert op de manier zoals ik beschreef met die boom, ga je enorme verschillen ontdekken tussen wat je eerst tekende en het vervolg.
Punt 2: Remakes:
Het klinkt zo mooi in het Engels, als je van taal houdt tenminste. Het is een vorm van oefenen, herhaling, wat eigenlijk een saai onderdeel is. Vind ik sowieso van oefenen, als je tekent om te oefenen, wat denk je, maak je dan je beste werk?
Wat ik doe is: ik neem een oudere tekening, soms een paar maanden terug, soms 4 tot 5 jaar geleden. Net hoe lang jij al bezig bent natuurlijk. De periode doet er niet veel toe. Die oude tekening maak ik dan nog een keer opnieuw. Voor zoveel mogelijk dezelfde compositie, ik wijzig wel eens wat hier en daar maar de basis blijft.


Het is prachtig om te zien, hoeveel je daarvan leert. Kijk maar naar de verschillen op de vorige afbeeldingen. Zelfs nog niet helemaal klaar is het al ween groot verschil. Zo wordt je dan op een positieve manier met je neus op de feiten gedrukt. Omdat je zoveel beter bent geworden. Dat kun je ook heel handig doen met je schetsboeken.
Punt 3: Bestudeer de basisprincipes:
Neem de tijd om de fundamentele principes van tekenen te leren, zoals perspectief, proporties, licht en schaduw, en compositie. Deze principes vormen de basis van elke goede tekening.
Ik zou willen zeggen blijft niet aanrommelen. Je vergooit je tijd met YouTube kijken, eindeloos filmpjes zien maar bedenk dan altijd: ‘Hoeveel heb ik nu zelf echt getekend?’
Ja, dat vraagt een investering. Meestal wel in geld, eigenlijk kun je zeggen met geld koop je tijd. Tijd is wel jouw duurste goed. Je kunt het maar 1x uitgeven. Schaf een (online) cursus aan of neem een workshop over deze onderwerpen waarmee je jouw basis verruimt. Zodat je met die kennis naar de volgende fase gaat en het in de praktijk brengt.
Punt 4: Experimenteer met verschillende materialen:
Probeer diverse tekenmaterialen uit, zoals potloden, houtskool, inkt, en digitale tools. Elk materiaal heeft zijn eigen unieke eigenschappen en kan je helpen om nieuwe technieken te ontdekken en je creativiteit te stimuleren.
En maak fouten. Goed, nog een oosterse wijsheid dan als ik toch bezig ben: ‘Wat is het verschil tussen een meester en een leerling?’ Het antwoord: ‘Een meester heeft al vele fouten gemaakt.’
Experimenten met materialen betekent dat je even opzij moet zetten hoe je nu precies een portret tekent. Ik laat je bijvoorbeeld zien hoe je met watten prachtige achtergronden maakt en meer specialistisch: je kunt er ook geweldige fotorealistische effecten mee maken.
Als je op de volgende afbeeldingen kunt zien maakte ik met watten, kwasten en een 9H potlood deze imitatie van bont. Met alleen potlood gaat je dit niet zomaar lukken.


Punt 5: Vraag om feedback en leer van anderen:
Als het om je eigen tekening gaat, lijk je soms wel blind. Je kijkt over dingen heen, ben je uren bezig om juist die blik in een portret te vangen terwijl je dat probleem met 1 minuut kan oplossen. Door te vragen: ‘En, wat vind jij ervan?’
Sluit je aan bij online communities of lokale tekenclubs. Ik merk ook dat mensen zich vaak schamen voor hun eigen tekeningen maar dan rem je jezelf alleen maar af. En iedereen is ‘beschamend’ begonnen. Ik kan nu makkelijk zeggen dat mijn eerste tekeningen er niet uit zagen maar toen dacht ik er de wereld van.
Bekijk ook het werk van kunstenaars die je bewondert en probeer hun technieken te analyseren. En wat ik je zeker zou aanraden is een keer een museum binnen te lopen.
Conclusie
Er zijn nog wel meer punten waarmee je beter wordt maar dit is een selectie die ik zelf nog steeds gebruik. Een ander ding, maar dat moet je dan maar net leuk vinden, is fotografie.
Wanneer je met fotografie bezig bent is dat ook een hulpmiddel waarmee je oog krijgt voor detail, voor compositie en perspectief. Bovendien is het leuk en gezond om te doen. Meestal wandel ik dan hele stukken, soms in de zomer maar ook in de winter.
We hadden dus oog voor details als punt 1 en dan remakes, het opnieuw maken van oude tekeningen. Wat nog een voordeel heeft behalve dat je beter wordt, je ziet dan ook gelijk het verschil tussen nu en toen. Wat goed is voor het zelfvertrouwen.
Nou, dan materialen, er is zoveel waar je mee kan experimenteren. Zoals watten, maar ook wateroplosbare grafietpoeder. Ken je dat? Ik heb er wel een video over. Die zie je hieronder.
Blijft nog over de laaste: feedback vragen. Ik was nooit waar ik nu ben, ik vraag me af of deze zin wel klopt, maar goed duidelijk, dat ik dit niet bereikt had zonder leren van anderen.
Ik wens je alle succes, gebruik wat van deze 5 punten en tot de volgende, ik spreek je via de mail.